Lidwoord voor wonder
1
het wonder o
aanwijzend voornaamwoord
dit wonder, dat wonder
dichtbij dit wonder
verder weg dat wonder
betrekkelijk voornaamwoord
het wonder dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun wonder
onbepaald voornaamwoord
elk wonder
buigings-e
het grote wonder, een groot wonder