Lidwoord voor zedenverwildering
1
de zedenverwildering v
aanwijzend voornaamwoord
deze zedenverwildering, die zedenverwildering
dichtbij deze zedenverwildering
verder weg die zedenverwildering
betrekkelijk voornaamwoord
de zedenverwildering die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zedenverwildering
onbepaald voornaamwoord
elke zedenverwildering
buigings-e
de grote zedenverwildering, een grote zedenverwildering