Lidwoord voor zenuw
1
de zenuw v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze zenuw, die zenuw
dichtbij deze zenuw
verder weg die zenuw
betrekkelijk voornaamwoord
de zenuw die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zenuw
onbepaald voornaamwoord
elke zenuw
buigings-e
de grote zenuw, een grote zenuw