Lidwoord voor zigeuner
1
de zigeuner m
aanwijzend voornaamwoord
deze zigeuner, die zigeuner
dichtbij deze zigeuner
verder weg die zigeuner
betrekkelijk voornaamwoord
de zigeuner die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zigeuner
onbepaald voornaamwoord
elke zigeuner
buigings-e
de grote zigeuner, een grote zigeuner