Lidwoord voor zonnedak

1

het zonnedak o

aanwijzend voornaamwoord
dit zonnedak, dat zonnedak

dichtbij dit zonnedak

verder weg dat zonnedak

betrekkelijk voornaamwoord
het zonnedak dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zonnedak
onbepaald voornaamwoord
elk zonnedak
buigings-e
het grote zonnedak, een groot zonnedak

Woorden die lijken op zonnedak