Lidwoord voor zonnetijd
1
de zonnetijd m
aanwijzend voornaamwoord
deze zonnetijd, die zonnetijd
dichtbij deze zonnetijd
verder weg die zonnetijd
betrekkelijk voornaamwoord
de zonnetijd die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun zonnetijd
onbepaald voornaamwoord
elke zonnetijd
buigings-e
de grote zonnetijd, een grote zonnetijd