Lidwoord voor zwartje
1
het zwartje o
aanwijzend voornaamwoord
dit zwartje, dat zwartje
dichtbij dit zwartje
verder weg dat zwartje
betrekkelijk voornaamwoord
het zwartje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zwartje
onbepaald voornaamwoord
elk zwartje
buigings-e
het grote zwartje, een groot zwartje