Lidwoord voor zwartwerk
1
het zwartwerk o
aanwijzend voornaamwoord
dit zwartwerk, dat zwartwerk
dichtbij dit zwartwerk
verder weg dat zwartwerk
betrekkelijk voornaamwoord
het zwartwerk dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun zwartwerk
onbepaald voornaamwoord
elk zwartwerk
buigings-e
het grote zwartwerk, een groot zwartwerk