Lidwoord voor auditor
1
de auditor m
toehoorder
aanwijzend voornaamwoord
deze auditor, die auditor
dichtbij deze auditor
verder weg die auditor
betrekkelijk voornaamwoord
de auditor die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun auditor
onbepaald voornaamwoord
elke auditor
buigings-e
de grote auditor, een grote auditor
2
de auditor m
controleur
aanwijzend voornaamwoord
deze auditor, die auditor
dichtbij deze auditor
verder weg die auditor
betrekkelijk voornaamwoord
de auditor die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun auditor
onbepaald voornaamwoord
elke auditor
buigings-e
de grote auditor, een grote auditor