Lidwoord voor basisonderwijs
1
het basisonderwijs o
aanwijzend voornaamwoord
dit basisonderwijs, dat basisonderwijs
dichtbij dit basisonderwijs
verder weg dat basisonderwijs
betrekkelijk voornaamwoord
het basisonderwijs dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun basisonderwijs
onbepaald voornaamwoord
elk basisonderwijs
buigings-e
het grote basisonderwijs, een groot basisonderwijs