Lidwoord voor bicultureel

1

de bicultureel m/v

aanwijzend voornaamwoord
deze bicultureel, die bicultureel

dichtbij deze bicultureel

verder weg die bicultureel

betrekkelijk voornaamwoord
de bicultureel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bicultureel
onbepaald voornaamwoord
elke bicultureel
buigings-e
de grote bicultureel, een grote bicultureel