Lidwoord voor bloedsuiker
1
de bloedsuiker m
aanwijzend voornaamwoord
deze bloedsuiker, die bloedsuiker
dichtbij deze bloedsuiker
verder weg die bloedsuiker
betrekkelijk voornaamwoord
de bloedsuiker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun bloedsuiker
onbepaald voornaamwoord
elke bloedsuiker
buigings-e
de grote bloedsuiker, een grote bloedsuiker