Lidwoord voor buurtcafé

1

het buurtcafé o

aanwijzend voornaamwoord
dit buurtcafé, dat buurtcafé

dichtbij dit buurtcafé

verder weg dat buurtcafé

betrekkelijk voornaamwoord
het buurtcafé dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun buurtcafé
onbepaald voornaamwoord
elk buurtcafé
buigings-e
het grote buurtcafé, een groot buurtcafé