Lidwoord voor buurtpreventie
1
de buurtpreventie v
aanwijzend voornaamwoord
deze buurtpreventie, die buurtpreventie
dichtbij deze buurtpreventie
verder weg die buurtpreventie
betrekkelijk voornaamwoord
de buurtpreventie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun buurtpreventie
onbepaald voornaamwoord
elke buurtpreventie
buigings-e
de grote buurtpreventie, een grote buurtpreventie