Lidwoord voor inbraakpreventie
1
de inbraakpreventie v
aanwijzend voornaamwoord
deze inbraakpreventie, die inbraakpreventie
dichtbij deze inbraakpreventie
verder weg die inbraakpreventie
betrekkelijk voornaamwoord
de inbraakpreventie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun inbraakpreventie
onbepaald voornaamwoord
elke inbraakpreventie
buigings-e
de grote inbraakpreventie, een grote inbraakpreventie