Lidwoord voor chloor
1
het chloor o
element
aanwijzend voornaamwoord
dit chloor, dat chloor
dichtbij dit chloor
verder weg dat chloor
betrekkelijk voornaamwoord
het chloor dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun chloor
onbepaald voornaamwoord
elk chloor
buigings-e
het grote chloor, een groot chloor
2
het/de chloor o+m
bleekmiddel
aanwijzend voornaamwoord
dit chloor, dat chloor
dichtbij dit chloor
verder weg dat chloor
betrekkelijk voornaamwoord
het chloor dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun chloor
onbepaald voornaamwoord
elk chloor
buigings-e
het grote chloor, een groot chloor
aanwijzend voornaamwoord
deze chloor, die chloor
dichtbij deze chloor
verder weg die chloor
betrekkelijk voornaamwoord
de chloor die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun chloor
onbepaald voornaamwoord
elke chloor
buigings-e
de grote chloor, een grote chloor