Lidwoord voor climax
1
de climax m
aanwijzend voornaamwoord
deze climax, die climax
dichtbij deze climax
verder weg die climax
betrekkelijk voornaamwoord
de climax die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun climax
onbepaald voornaamwoord
elke climax
buigings-e
de grote climax, een grote climax