Lidwoord voor cultuurschok
1
de cultuurschok m
aanwijzend voornaamwoord
deze cultuurschok, die cultuurschok
dichtbij deze cultuurschok
verder weg die cultuurschok
betrekkelijk voornaamwoord
de cultuurschok die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun cultuurschok
onbepaald voornaamwoord
elke cultuurschok
buigings-e
de grote cultuurschok, een grote cultuurschok