Lidwoord voor das
1
de das m
dashond, marter
aanwijzend voornaamwoord
deze das, die das
dichtbij deze das
verder weg die das
betrekkelijk voornaamwoord
de das die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun das
onbepaald voornaamwoord
elke das
buigings-e
de grote das, een grote das
2
de das v(m)
sjaal, stropdas
aanwijzend voornaamwoord
deze das, die das
dichtbij deze das
verder weg die das
betrekkelijk voornaamwoord
de das die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun das
onbepaald voornaamwoord
elke das
buigings-e
de grote das, een grote das