Lidwoord voor doodsteek
1
de doodsteek m
aanwijzend voornaamwoord
deze doodsteek, die doodsteek
dichtbij deze doodsteek
verder weg die doodsteek
betrekkelijk voornaamwoord
de doodsteek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun doodsteek
onbepaald voornaamwoord
elke doodsteek
buigings-e
de grote doodsteek, een grote doodsteek