Lidwoord voor doopboek
1
het doopboek o
aanwijzend voornaamwoord
dit doopboek, dat doopboek
dichtbij dit doopboek
verder weg dat doopboek
betrekkelijk voornaamwoord
het doopboek dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun doopboek
onbepaald voornaamwoord
elk doopboek
buigings-e
het grote doopboek, een groot doopboek