Lidwoord voor duif
1
de duif v(m)
vogel
aanwijzend voornaamwoord
deze duif, die duif
dichtbij deze duif
verder weg die duif
betrekkelijk voornaamwoord
de duif die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun duif
onbepaald voornaamwoord
elke duif
buigings-e
de grote duif, een grote duif
2
de duif m
voorstander
aanwijzend voornaamwoord
deze duif, die duif
dichtbij deze duif
verder weg die duif
betrekkelijk voornaamwoord
de duif die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun duif
onbepaald voornaamwoord
elke duif
buigings-e
de grote duif, een grote duif