Lidwoord voor eerstedagenveloppe
1
de eerstedagenveloppe v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze eerstedagenveloppe, die eerstedagenveloppe
dichtbij deze eerstedagenveloppe
verder weg die eerstedagenveloppe
betrekkelijk voornaamwoord
de eerstedagenveloppe die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun eerstedagenveloppe
onbepaald voornaamwoord
elke eerstedagenveloppe
buigings-e
de grote eerstedagenveloppe, een grote eerstedagenveloppe