Lidwoord voor leesapparaat

1

het leesapparaat o

aanwijzend voornaamwoord
dit leesapparaat, dat leesapparaat

dichtbij dit leesapparaat

verder weg dat leesapparaat

betrekkelijk voornaamwoord
het leesapparaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun leesapparaat
onbepaald voornaamwoord
elk leesapparaat
buigings-e
het grote leesapparaat, een groot leesapparaat

Woorden die lijken op leesapparaat