Lidwoord voor elpee
1
de elpee m
aanwijzend voornaamwoord
deze elpee, die elpee
dichtbij deze elpee
verder weg die elpee
betrekkelijk voornaamwoord
de elpee die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun elpee
onbepaald voornaamwoord
elke elpee
buigings-e
de grote elpee, een grote elpee