Lidwoord voor ethiek
1
de ethiek v
aanwijzend voornaamwoord
deze ethiek, die ethiek
dichtbij deze ethiek
verder weg die ethiek
betrekkelijk voornaamwoord
de ethiek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ethiek
onbepaald voornaamwoord
elke ethiek
buigings-e
de grote ethiek, een grote ethiek