Lidwoord voor geloofsovertuiging
1
de geloofsovertuiging v
aanwijzend voornaamwoord
deze geloofsovertuiging, die geloofsovertuiging
dichtbij deze geloofsovertuiging
verder weg die geloofsovertuiging
betrekkelijk voornaamwoord
de geloofsovertuiging die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun geloofsovertuiging
onbepaald voornaamwoord
elke geloofsovertuiging
buigings-e
de grote geloofsovertuiging, een grote geloofsovertuiging