Lidwoord voor geloofsvrijheid
1
de geloofsvrijheid v
aanwijzend voornaamwoord
deze geloofsvrijheid, die geloofsvrijheid
dichtbij deze geloofsvrijheid
verder weg die geloofsvrijheid
betrekkelijk voornaamwoord
de geloofsvrijheid die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun geloofsvrijheid
onbepaald voornaamwoord
elke geloofsvrijheid
buigings-e
de grote geloofsvrijheid, een grote geloofsvrijheid