Lidwoord voor glycogeen
1
het glycogeen o
aanwijzend voornaamwoord
dit glycogeen, dat glycogeen
dichtbij dit glycogeen
verder weg dat glycogeen
betrekkelijk voornaamwoord
het glycogeen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun glycogeen
onbepaald voornaamwoord
elk glycogeen
buigings-e
het grote glycogeen, een groot glycogeen