Lidwoord voor godsoordeel
1
het godsoordeel o
aanwijzend voornaamwoord
dit godsoordeel, dat godsoordeel
dichtbij dit godsoordeel
verder weg dat godsoordeel
betrekkelijk voornaamwoord
het godsoordeel dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun godsoordeel
onbepaald voornaamwoord
elk godsoordeel
buigings-e
het grote godsoordeel, een groot godsoordeel