Lidwoord voor jansenisme
1
het jansenisme o
aanwijzend voornaamwoord
dit jansenisme, dat jansenisme
dichtbij dit jansenisme
verder weg dat jansenisme
betrekkelijk voornaamwoord
het jansenisme dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun jansenisme
onbepaald voornaamwoord
elk jansenisme
buigings-e
het grote jansenisme, een groot jansenisme