Lidwoord voor parkinsonisme
1
het parkinsonisme o
aanwijzend voornaamwoord
dit parkinsonisme, dat parkinsonisme
dichtbij dit parkinsonisme
verder weg dat parkinsonisme
betrekkelijk voornaamwoord
het parkinsonisme dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun parkinsonisme
onbepaald voornaamwoord
elk parkinsonisme
buigings-e
het grote parkinsonisme, een groot parkinsonisme