Lidwoord voor jeugdvriend
1
de jeugdvriend m
aanwijzend voornaamwoord
deze jeugdvriend, die jeugdvriend
dichtbij deze jeugdvriend
verder weg die jeugdvriend
betrekkelijk voornaamwoord
de jeugdvriend die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun jeugdvriend
onbepaald voornaamwoord
elke jeugdvriend
buigings-e
de grote jeugdvriend, een grote jeugdvriend