Lidwoord voor kinderjaren
1
de kinderjaren meervoud
aanwijzend voornaamwoord
deze kinderjaren, die kinderjaren
dichtbij deze kinderjaren
verder weg die kinderjaren
betrekkelijk voornaamwoord
de kinderjaren die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kinderjaren
onbepaald voornaamwoord
elke kinderjaren
buigings-e
de grote kinderjaren, een grote kinderjaren