Lidwoord voor levensvreugde

1

de levensvreugde v

aanwijzend voornaamwoord
deze levensvreugde, die levensvreugde

dichtbij deze levensvreugde

verder weg die levensvreugde

betrekkelijk voornaamwoord
de levensvreugde die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun levensvreugde
onbepaald voornaamwoord
elke levensvreugde
buigings-e
de grote levensvreugde, een grote levensvreugde

Woorden die lijken op levensvreugde