Lidwoord voor luchtstreek
1
de luchtstreek v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze luchtstreek, die luchtstreek
dichtbij deze luchtstreek
verder weg die luchtstreek
betrekkelijk voornaamwoord
de luchtstreek die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun luchtstreek
onbepaald voornaamwoord
elke luchtstreek
buigings-e
de grote luchtstreek, een grote luchtstreek