Lidwoord voor luchtstroom
1
de luchtstroom m
aanwijzend voornaamwoord
deze luchtstroom, die luchtstroom
dichtbij deze luchtstroom
verder weg die luchtstroom
betrekkelijk voornaamwoord
de luchtstroom die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun luchtstroom
onbepaald voornaamwoord
elke luchtstroom
buigings-e
de grote luchtstroom, een grote luchtstroom