Lidwoord voor ecostroom
1
de ecostroom m
aanwijzend voornaamwoord
deze ecostroom, die ecostroom
dichtbij deze ecostroom
verder weg die ecostroom
betrekkelijk voornaamwoord
de ecostroom die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ecostroom
onbepaald voornaamwoord
elke ecostroom
buigings-e
de grote ecostroom, een grote ecostroom