Lidwoord voor lutheraan
1
de lutheraan m
aanwijzend voornaamwoord
deze lutheraan, die lutheraan
dichtbij deze lutheraan
verder weg die lutheraan
betrekkelijk voornaamwoord
de lutheraan die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun lutheraan
onbepaald voornaamwoord
elke lutheraan
buigings-e
de grote lutheraan, een grote lutheraan