Lidwoord voor menskracht
1
de menskracht v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze menskracht, die menskracht
dichtbij deze menskracht
verder weg die menskracht
betrekkelijk voornaamwoord
de menskracht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun menskracht
onbepaald voornaamwoord
elke menskracht
buigings-e
de grote menskracht, een grote menskracht