Lidwoord voor nachtkijker
1
de nachtkijker m
aanwijzend voornaamwoord
deze nachtkijker, die nachtkijker
dichtbij deze nachtkijker
verder weg die nachtkijker
betrekkelijk voornaamwoord
de nachtkijker die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun nachtkijker
onbepaald voornaamwoord
elke nachtkijker
buigings-e
de grote nachtkijker, een grote nachtkijker