Lidwoord voor natuurramp

1

de natuurramp v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze natuurramp, die natuurramp

dichtbij deze natuurramp

verder weg die natuurramp

betrekkelijk voornaamwoord
de natuurramp die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun natuurramp
onbepaald voornaamwoord
elke natuurramp
buigings-e
de grote natuurramp, een grote natuurramp

Woorden die lijken op natuurramp