Lidwoord voor negental
1
het negental o
aanwijzend voornaamwoord
dit negental, dat negental
dichtbij dit negental
verder weg dat negental
betrekkelijk voornaamwoord
het negental dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun negental
onbepaald voornaamwoord
elk negental
buigings-e
het grote negental, een groot negental