Lidwoord voor neusgat
1
het neusgat o
aanwijzend voornaamwoord
dit neusgat, dat neusgat
dichtbij dit neusgat
verder weg dat neusgat
betrekkelijk voornaamwoord
het neusgat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun neusgat
onbepaald voornaamwoord
elk neusgat
buigings-e
het grote neusgat, een groot neusgat