Lidwoord voor nieuwlichter

1

de nieuwlichter m

aanwijzend voornaamwoord
deze nieuwlichter, die nieuwlichter

dichtbij deze nieuwlichter

verder weg die nieuwlichter

betrekkelijk voornaamwoord
de nieuwlichter die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun nieuwlichter
onbepaald voornaamwoord
elke nieuwlichter
buigings-e
de grote nieuwlichter, een grote nieuwlichter

Woorden die lijken op nieuwlichter