Lidwoord voor paddenstoelwolk
1
de paddenstoelwolk v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze paddenstoelwolk, die paddenstoelwolk
dichtbij deze paddenstoelwolk
verder weg die paddenstoelwolk
betrekkelijk voornaamwoord
de paddenstoelwolk die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun paddenstoelwolk
onbepaald voornaamwoord
elke paddenstoelwolk
buigings-e
de grote paddenstoelwolk, een grote paddenstoelwolk