Lidwoord voor panama
1
de panama m
aanwijzend voornaamwoord
deze panama, die panama
dichtbij deze panama
verder weg die panama
betrekkelijk voornaamwoord
de panama die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun panama
onbepaald voornaamwoord
elke panama
buigings-e
de grote panama, een grote panama