Lidwoord voor permanent
1
het/de permanent o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit permanent, dat permanent
dichtbij dit permanent
verder weg dat permanent
betrekkelijk voornaamwoord
het permanent dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun permanent
onbepaald voornaamwoord
elk permanent
buigings-e
het grote permanent, een groot permanent
aanwijzend voornaamwoord
deze permanent, die permanent
dichtbij deze permanent
verder weg die permanent
betrekkelijk voornaamwoord
de permanent die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun permanent
onbepaald voornaamwoord
elke permanent
buigings-e
de grote permanent, een grote permanent