Lidwoord voor pit
1
de pit v(m)
brander, draad, kern
aanwijzend voornaamwoord
deze pit, die pit
dichtbij deze pit
verder weg die pit
betrekkelijk voornaamwoord
de pit die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun pit
onbepaald voornaamwoord
elke pit
buigings-e
de grote pit, een grote pit
2
het/de pit o+v(m)
energie
aanwijzend voornaamwoord
dit pit, dat pit
dichtbij dit pit
verder weg dat pit
betrekkelijk voornaamwoord
het pit dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun pit
onbepaald voornaamwoord
elk pit
buigings-e
het grote pit, een groot pit
aanwijzend voornaamwoord
deze pit, die pit
dichtbij deze pit
verder weg die pit
betrekkelijk voornaamwoord
de pit die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun pit
onbepaald voornaamwoord
elke pit
buigings-e
de grote pit, een grote pit