Lidwoord voor pil
1
de pil m
arts
aanwijzend voornaamwoord
deze pil, die pil
dichtbij deze pil
verder weg die pil
betrekkelijk voornaamwoord
de pil die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun pil
onbepaald voornaamwoord
elke pil
buigings-e
de grote pil, een grote pil
2
de pil v(m)
anticonceptiepil, boek, drug, geneesmiddel
aanwijzend voornaamwoord
deze pil, die pil
dichtbij deze pil
verder weg die pil
betrekkelijk voornaamwoord
de pil die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun pil
onbepaald voornaamwoord
elke pil
buigings-e
de grote pil, een grote pil